Een mooie vrijdagmiddag in Amsterdam, in december 2023. Ruimte en tijd voor een gesprek met de beste singer-songwriter die Nederland rijk is. Alex Roeka mag daar misschien zelf niet van overtuigd zijn, zijn albums spreken boekdelen.
En nu, om te vieren dat hij meer dan tien jaren artiest is op het Excelsior-label, verschijnt er een verzamelaar, Nachtcafé, een prachtige release op vinyl. Voor het eerst Alex op vinyl. De bijbehorende tour start meteen na zijn huidige tour voor Nieuwe Dromen. Van een pauze tussen de twee tours is niet echt sprake. Met het enthousiasme dat Alex in zijn muziek weet te leggen, was het tijd om samen het gesprek aan te gaan over Nachtcafé, over muziek, over het leven, de liefde en over wielrennen, de passie die Alex al van jongs af aan bezig houdt.
De bijbehorende tour start meteen na zijn huidige tour voor Nieuwe Dromen. Van een pauze tussen de twee tours is niet echt sprake. Met het enthousiasme dat Alex in zijn muziek weet te leggen, was het tijd om samen het gesprek aan te gaan over Nachtcafé, over muziek, over het leven, de liefde en over wielrennen, de passie die Alex al van jongs af aan bezig houdt. Het interview verscheen op Written In Music in drie losse delen. Dit is de integrale versie van het gesprek:
WiM: Fijn om je te spreken. En bepaald in een drukke periode. Je bent nog volop aan het touren met Nieuwe Dromen en nu komt er een verzamelaar mét meteen een tour eraan gekoppeld. Hoe werkt dat voor jou? Wilde je geen pauze tussendoor? Eigenlijk niet, nee, geen pauze. De verzamelaar was bedoeld voor release in januari, om samen te vallen met het begin van de tour. Maar juist omdat de feestdagen er voor zaten, gaf Excelsior aan dat ze het album toch al eerder wilden uitbrengen. Dus dat is de reden waarom het eigenlijk naar mijn gevoel wat vroeg is. Nu loopt het even door elkaar. Na de voorstellingen van Nieuwe Dromen verkoop ik over het algemeen juist ook dat album. En als dan ook deze verzamelaar erbij komt, dan is dat wat veel. Ik heb hem wel bij me én als iemand echt aandringt, dan kan dat uiteindelijk wel, maar ik wil deze feitelijk pas verkopen vanaf de nieuwe tour.
Er zit zo weinig tijd tussen de twee tours enerzijds als nawee van Corona, anderzijds door het winnen van de Poelifinario-prijs. Dat maakte dat mijn impresariaat de tour van Nieuwe Dromen kon verlengen. Daar zitten we nu midden in. Normaal gesproken zou dat niet gebeurd zijn, dan hadden we iets meer tijd gehad. Juist omdat de nieuwe data al gepland waren, werd de tijd tussen de twee tours kleiner. Je kunt daar dan niet onderuit. Dat vind ik ook niet zo erg.
WiM: Hoe kijk je daar dan zelf naar? Nou kijk, ik ben toch al een hele tijd met die liedjes bezig, met het nieuwe programma ook, juist om de verbindende teksten te schrijven tussen de liedjes. Dus dat maakt mij niet veel uit. Ik heb het wel in mijn hoofd zitten. We beginnen met een paar try-outs en dan zien we wel hoe het gaat. We gaan nog wat repeteren en dan kunnen we beginnen. Ik heb goeie muzikanten en met een paar keer repeteren gaat dat lukken.
WiM: Als je kijkt naar de keuze die je gemaakt hebt voor de samenstelling van het album, dan zit er heel veel bij van Zachtaardig Vergooid , je eerste album bij Excelsior. Hoe heb je gekeken naar de verdeling van de nummers? Ik heb vooral gekeken naar de nummers die mij bevallen. Ik heb die platen beluisterd en als een nummer beviel, dan koos ik dat. Het mochten er maar 23 zijn in verband met de speelduur van vinyl, 25 minuten per kant. Ik heb me moeten beperken. Ik vind het nog steeds allemaal goeie nummers, waar ik iets mee heb en waar ik ook wel een programma mee zou kunnen maken.
WiM: Had je het programma al in je hoofd? Nee, ik heb eerst het album samengesteld en daarna pas bedacht hoe ik het programma wilde maken, bedacht welke liedjes samen het beste een programma konden vormen.
WiM: Je hebt een aantal erg mooie liedjes geschreven over wielrennen. Die komen niet op de verzamelaar terug. Hoe werkte dat dan voor jou? Ja, ja, schreef jij dat? Achteraf gezien had ik misschien toch wel Ik Ben Een Renner (van het al genoemde Zachtaardig Vergooid) willen toevoegen. Achteraf misschien wel. Dat is toch wel een goed nummer. Ik heb daar wel wat mee. Ik denk dat ik onbewust het gevoel had dat het niet in de setting paste, met Nachtcafé als titel. Dan zou dat nummer atypisch zijn. De nummers hebben een heel ander karakter. Onrust, verlangen. Ik denk dat het voor mij daarin zat. Maar toen jij dat schreef dacht ik wel “Misschien had het er bij gemoeten, het hoort toch bij mij.”
WiM: Wielrennen is meer dan een fascinatie. Het is ook wel een beetje een filosofisch nummer geloof ik. Ik weet wel dat ik eens tegen Bert Wagendorp heb gezegd -hij vindt De Rode Vod het beste wielerlied ooit geschreven- dat ik deze toch echt wel beter vind. Maar ja, goed, als je keuzes maakt, dan kun je er achteraf altijd anders op terug kijken. Of spijt van hebben. Ik denk dat alles bij elkaar dat deze verzamelaar een aantal hele mooie nummers bevat.
WiM: Je wielernummers misschien een keer verzamelen? Ook De Muur Van Geraardsbergen en Maar Ik Viel zijn immers erg mooi. Dat laatste staat inderdaad niet op een album. De Onbekende Renner heb ik ook geschreven. Misschien moet ik die liedjes inderdaad nog eens een keer gaan verzamelen en dan uitbrengen. Frans Hagenaars van Excelsior is ook liefhebber van wielrennen, dus die zal dat vast een goed idee vinden. We hebben er al een aantal opgenomen. Dus een keer gezamenlijk uitbrengen zou best een aardige keuze kunnen zijn. Goed dat je het zegt. Ik ga er eens over nadenken.
WiM: Was dat wielrennen voor jou ook een afzetten tegen de katholieke kerk? Het was toch een tijd not done. In bepaalde kringen juist wel hè. Het was bij uitstek een katholieke sport ook en vooral in het zuiden dus, wel vooral een sport voor de arbeidersklasse. Als je van hogere komaf was, fietste je niet, dan ging je juist hockeyen. Ik herinner me nog dat Gerben Karstens, de notariszoon uit Leiden nota bene, eigenlijk de eerste wielrenner was uit een andere sociale klasse. Het is heel gek. Mijn vader hield wel van wielrennen Maar ik denk niet dat hij mij ooit gestimuleerd heeft om te gaan wielrennen. Hij sportte zelf niet, maar we gingen wel naar de baanwedstrijden in het Olympisch Stadion.
Er is een enorme verandering in dat wielrennen gekomen. Ik was in 1963 naar Nijmegen gekomen om te studeren. Als kind was ik altijd al heel erg gefascineerd geweest door wielrennen en omdat ik mij niet zo prettig voelde in Nijmegen, leefde ik wel op toen ik op een gegeven moment in een winkel een Motobécane racefiets zag staan. Dat vertelde ik aan mijn vader en die leende me het geld voor die fiets. Ik was toen destijds in Nijmegen en misschien wel in Nederland de eerste student die ging wielrennen.
Behoefte aan meer Alex?
Klik hier voor het gehele interviewAlex Roeka sluit zijn tour af in Nistelrode op 8 juni a.s. Mis het niet!